Meditatie Zondag 22 maart 2020

Maar ik, ik blijf uitzien naar de HEER, ik blijf hopen op de God die mij redding zal brengen. Hij zal mij horen, mijn God. Micha 7:7

Het is zeer beangstigend, vind ik, dat een virus heel het leven lam kan leggen, zoals nu in heel Nederland gebeurt. De angst regeert en dan komt er wel uit wat in een mens zit. Velen zijn aan het hamsteren geslagen, lege schappen in de winkels. Als ik mijn voorraad maar op orde heb. Mensen worden geadviseerd om niet meer naar het buitenland te reizen en ook Nederlanders die in het buitenland verblijven worden opgeroepen om terug te keren naar eigen land. Vliegverkeer komt bijna stil te liggen, lege treinen, geen files meer. Overal wordt thuisgewerkt, scholen gesloten, winkelketens dicht, allerlei maatregelen om verspreiding van de ziekte te temperen. Er is een run ontstaan op mondkapjes en beschermingsmiddelen. Tegen woekerprijzen worden ze soms verkocht. Mensen maken misbruik van de situatie.

Aan de andere kant zie je ook mooie initiatieven zoals de waardering voor de werkers in de zorg. Heel wat mensen melden zich spontaan aan om te werken en mensen in nood te helpen. De regering neemt extra maatregelen ter ondersteuning van bedrijven, die economisch enorm getroffen worden door deze uitbraak. De saamhorigheid groeit in de samenleving om meer voor elkaar te betekenen. Dat zijn allemaal goede zaken, die het vermelden waard zijn.

Micha leeft in een periode van afval in Israël. Hij moet het oordeel aankondigen over Samaria, de hoofdstad van het tienstammenrijk en Jeruzalem, de hoofdstad van het tweestammenrijk. Er zijn mensen die veel kwaad doen. In hoofdstuk 2 wordt het zo getekend: “Wee hun die kwaad in de zin hebben en op hun bed boze plannen smeden. Al in het ochtendgloren brengen ze die ten uitvoer, dat ligt in hun macht. Willen ze een veld? Ze roven het! Willen ze een huis? Ze nemen het! Ze maken zich meester van huizen en hun bezitters, van mensen en hun eigendom.” De zucht naar meer heeft hen in zijn macht. Daarbij wordt er veel onrecht gedaan. Zelfs zijn de rechters omkoopbaar. Ze nemen geschenken aan. Chaos in het land, als mensen hun macht gaan misbruiken om zichzelf te verrijken. De profeet moet het oordeel aankondigen over alle onrecht, machtsmisbruik en afgoderij in het land. Het kwaad zorgt er voor dat relaties kapot gaan. Een zoon veracht zijn vader, de dochter verzet zich tegen haar moeder. Huisgenoten blijken vijanden van elkaar te zijn.

En toch mag Micha profeteren over een periode die zal aanbreken van vrede en recht. Ondanks alle kwaad en alle ontreddering komt er herstel. Hij verwacht het allemaal van de HEER. Hij is een hoorder van de gebeden. Hij laat niet vallen wat zijn hand is begonnen. Zijn Rijk komt tot voltooiing. Zijn oordeel gaat door de wereld en let er maar op. God gaat zijn weg. Er is nog tijd om tot bezinning te komen, om niet langer op te gaan in de dingen van deze wereld, bezit en luxe en eigendom. Het leven kun je er niet mee redden. Alleen bij de HEER is redding.

Hij kan een virus bedwingen en er voor zorgen dat de maatregelen effect hebben, die de regering heeft afgekondigd. Wij hebben het allemaal niet in onze macht. Ook al denken velen dat het allemaal beheersbaar is en dat het ons samen zal lukken om corona er onder te krijgen. Maar denk niet te groot van de mens en zijn mogelijkheden. Zeker moeten we er alles aan doen uit voorzorg, maar uiteindelijk zijn wij maar zwakke en kwetsbare mensen. Dat is voldoende gebleken.

God alleen zal ons redden. Daarom blijf hopen op God. Hij zal recht verschaffen allen die op hem hopen. Micha zegt het allemaal heel persoonlijk: Maar ik, ik blijf uitzien naar de HEER, ik blijf hopen op de God die mij redding zal brengen. Hij zal mij horen, mijn God.
Als jij op God vertrouwt, hoef je niet in angst te leven. Je weet toch wat God je heeft beloofd. Hij doet dat ook. Ga daarom tot God, belijdt je zonden en gebreken en leg je zorgen voor hem neer. Hij zal je zeker horen. Hij kent je en weet wat er in je leeft. Vertrouw je leven aan hem toe. Hij zal je redden, dat weet ik zeker.

Zie uit naar de HEER, wat Hij gaat doen. Verwacht het van Hem ook in deze dagen van angst en zorg. We weten niet wat de toekomst ons zal brengen maar wel dat we bij onze Heer Jezus Christus veilig zijn. We leven in de veertigdagentijd voor Pasen. Jezus is gekomen om ons te redden van alle kwaad. Daarvoor moest hij lijden en sterven en op de derde dag weer opstaan uit de dood. Ook wij moeten door een korte tijd van lijden heen, maar we weten dat ons leven veilig is in Jezus armen.

Gebed:

Neem mijn leven, laat het Heer,
Toegewijd zijn aan uw eer,
Maak mijn uren en mijn tijd,
Tot uw lof en dienst bereid.

Neem mijn handen maak ze sterk,
trouw en vaardig tot uw werk.
Maak dat ik mijn voeten zet
Op de wegen van uw wet.

Neem mijn zilver en mijn goud
Dat ik niets aan U onthoud.
Maak mijn kracht en verstand
Tot een werktuig in uw hand.

Verder zou ik jullie willen vragen om te bidden:

  • voor allen die ziek zijn geworden van het coronavirus, voor alle werkers in de zorg, voor alle kwetsbare mensen, die in angst en zorgen leven.
  • om wijsheid voor de regering van ons land en alle verantwoordelijke ministers om de goede maatregelen en besluiten te nemen om het virus in te dammen.
  • Voor allen die nu thuis moeten werken en voor alle kinderen, die noodgedwongen onderwijs op afstand moeten volgen, voor de leerkrachten, die al dat onderwijs moeten regelen.
  • Voor mensen die in alle ondersteunende beroepen werkzaam zijn om het land draaiende te houden.
  • Voor allen die in quarantaine moeten blijven en daardoor eenzaam zijn en geen of minder bezoek kunnen ontvangen.