Van de oud organist van Daarlerveen, Cor Alberts, is het hierna volgende verhaal over de het orgel in de ‘Kruiskerk’.
Het orgel, gebouwd in 1985 door de firma Hendriksen & Reitsma, heeft 13 stemmen, verdeeld over twee klavieren en pedaal.
En daarmee zou er voldoende informatie op de website staan.
Maar dat doet dit orgel te kort, het heeft al een hele historie achter zich voordat het in 1985 in de kerk werd gebouwd.
Lees het verhaal van Cor Alberts maar.
De geschiedenis van dit orgel begint al in het jaar 1788. Op woensdag 30 juli van dat jaar wordt in de gereformeerde kerk van Hilversum een nieuw orgel ingewijd dat gebouwd is door de bekende Utrechtse orgelmaker Abraham Meere.
De pas bevestigde dominee Frederikus Ham preekt over 2 Kronieken 29 vers 25-27:
“Hij stelde de Levieten bij het huis des Heren op, met cimbalen, harpen en citers overeenkomstig het gebod van David en van Gad, des konings ziener, en van de profeet Natan, want het gebod was gegeven door de Here, door bemiddeling van zijn profeten. En de Levieten stonden opgesteld met de instrumenten van David, en de priesters met de trompetten. Toen beval Hizkia het brandoffer op het altaar te offeren. En op het ogenblik, dat het brandoffer een aanvang nam, werd een lied desHeren aangeheven en klonk trompetgeschal, begeleid door de instrumenten van David,de koning van Israël”
Dominee Ham stelt:
- het belang van het God verheerlijken met gezang en
- dat het goed is daarbij muziekinstrumenten te gebruiken.
Vanzelfsprekend werden er meerdere psalmen gezongen.
Ruim honderd jaar blijft het orgel zonder wijzigingen in gebruik. Dan wordt in 1889 de kerk gedeeltelijk afgebroken om uitgebreid en verbouwd te worden. De groeiende gemeente maakte de uitbreiding noodzakelijk. Op deze foto uit 1890 is het orgel op de achtergrond te zien. Nadat de bouwwerkzaamheden gereed zijn is het orgel niet meer bespeelbaar. Het moet schoongemaakt worden. Tevens wordt het ‘verbeterd’. Dit betekent gewoonlijk dat het wordt aangepast aan de heersende smaak. In die tijd is dat laat- romantisch met zachtere geluiden. Het werk wordt opgedragen aan P. C. Bik.
Het werk verliep niet volgens plan. Een muziekuitvoering die half juli 1891 gehouden zou worden, kon niet doorgaan omdat het orgel niet klaar was. Het werd uiteindelijk half september.
Nadat de kerk is uitgebreid blijkt al snel dat het orgel niet meer voldoet. Het geluid vult de grotere ruimte niet en is onvoldoende voor het aantal zangers. Het besluit valt dat er een nieuw orgel wordt aangeschaft. Dat wordt in 1903 geplaatst. Ons orgel wordt gedemonteerd. Er is sprake van overplaatsing naar Barendrecht, maar dat gaat niet door.
Dan duikt het weer op in de werkplaats van Hendrik Jan van der Molen in Steenwijk. Het is dan inmiddels 1912. Blijkbaar is het orgel opgeslagen geweest en door van der Molen aangekocht. Hij bouwt het op in de werkplaats waar het wordt bekeken door een afvaardiging van de gereformeerde kerk te Meppel. Daar staat een kabinetorgel dat veel te klein is voor de kerk. De kerkenraad van Meppel gaat tot aankoop over met de bepaling dat van der Molen het orgel moet terugnemen als het niet voldoet. In eerste instantie is men enthousiast over het orgel maar al snel komt men daarvan terug. De blaasbalg lekt en de klank is te zacht. Van der Molen moet weer aan het werk.
Er worden registers vervangen door sterkere stemmen, maar men is niet tevreden in Meppel. Uiteindelijk moet er een advocaat aan te pas komen om de zaak op te lossen.
Zo staat het orgel erbij in Meppel. Er is intussen een orgelfonds opgericht om te sparen voor een nieuw orgel. Dat komt er in 1937. Ons orgel wordt gedemonteerd en door J. Reil meegenomen naar de werkplaats in Rotterdam waar het wordt gerestaureerd en voorzien van een nieuw front. Het is dan al verkocht aan de nieuwe gereformeerde kerk in Daarlerveen waar het op woensdagavond 22 september 1937 met enige plechtigheid in gebruik wordt genomen. Het contact met Daarlerveen is vermoedelijk tot stand gekomen door bemiddeling van de organist van Meppel, Henk Pijlman.
Nadat het orgel in Daarlerveen is opgebouwd is het in gebruik tot begin jaren zestig. Er zijn dan nogal wat gebreken onder andere doordat er muizen hebben huisgehouden. De firma Koch verbouwd het orgel dan met gebruikmaking van oudere onderdelen. Van het oude orgel wordt het grootste deel van de pijpen opnieuw gebruikt. Ook het front wordt gewijzigd het komt verder naar voren en er komen aan weerszijden kleine veldjes pijpen bij. In dezelfde tijd wordt het interieur ook geschilderd en krijgt het de groene kleur die ouderen zich nog wel herinneren. De verbouwing van het orgel wordt gezien als een noodoplossing.
Dit is het aanzicht tot 1985. Er is dan heel wat op het orgel aan te merken. Onder andere: Veel pijpen die beschadigd zijn. Het orgelfonds wordt nieuw leven ingeblazen en er wordt gecollecteerd voor het orgel. De firma Hendriksen & Reitsma bouwt een nieuw orgel en maakt gebruik van een deel van de oude pijpen. Op vrijdagavond 20 december 1985 is de ingebruikneming met een openingswoord door ds. H. Knigge, de overdracht door br. J. W. Oordt, en een toelichting door de orgelbouwer. Het gemengd koor en het meisjeskoor o.l.v. T. van den Akker zingen. De samenzang wordt begeleid door Freek Jansen en Boukje Post. En er is een orgelbespeling door gastorganist Frederikus aan het Rot en de eigen organist Cor Alberts. Deze avond is tevens de afsluiting van de renovatie van de kerk in hetzelfde jaar waarbij het dak en de ramen zijn vernieuwd en er geschilderd is. De avond wordt afgesloten door br. J. A. Jutstra.
Van het oude Meere-orgel is niet veel meer over dan een aantal pijpen. Maar voor de orgelbouwers zijn die pijpen mede bepalend geweest voor de klankgeving van het nieuwe orgel. Het resultaat mag er dan ook zijn!
Als je nu ’s zondags het orgel hoort, kijk dan eens omhoog en denk aan de vroegere generaties die al sinds meer dan tweehonderd jaar dezelfde klanken hebben gehoord en met hun psalmen met het orgel hebben ingestemd. Dat is een mooie gedachte om mee af te sluiten.
Wilt u meer informatie over het orgel dan kunt u deze pdf downloaden. Meere in Daarlerveen